Je bent genoeg.

Je hoeft niet eerst iets te bereiken.
Je hoeft niet eerst iets te beheersen.
Je hoeft niet eerst te voldoen
aan een of ander maatschappelijk verantwoord beeld.
Je bent genoeg.

Natuurlijk,
je mag aan jezelf werken.
Liever worden.
Of zachter, avontuurlijker, eerlijker, vrijer,
meer oog voor de ander.
Dat mag.
Maar het hoeft niet.
Je bent genoeg.

Geloof me,
je bent genoeg.
Er hoeft niets bij.
Er hoeft niets af.

Voel je verdriet van je streven,
van je strijd te willen voldoen aan een geschapen beeld,
dat je nooit zal halen.
Hou ervan.
Hou het vast. In je armen.

Het is niet jouw beeld.

En het is zo lief van je dat je wil groeien.
En dapper!
Ik neem mijn hoed voor jouw proberen goed te doen.
Goed te zijn.
Je bent zo lief.

Maar je bent genoeg.
Val maar terug in je natuurlijke staat van zijn.
Ontspan daarin.
Je bent genoeg.

Als je het nog niet kan geloven,
geloof mij dan.
Pak voor even mijn hand
en laat je meedrijven in de strevenloze zee.
Ik spreek uit betrouwbare bron
van verre en dichtbij
van ervaring en weten
En met een hart van oceanische liefde.

Het is goed zo.
Je bent genoeg.
Je bent genoeg.

Je bent.
Dat is genoeg.

Gedicht van Niels Zwakhals

uit de bundel “Zij die werkelijk”